GOO for it!

november 06, 2015

Mediation bij en door de rechter
GOO for it!

Eergisteren was ik als advocaat voor het eerst betrokken bij een unieke pilot van de rechtbank Amsterdam, GOO genaamd, oftewel: Gericht-Op-Oplossing. Sinds een jaar bestaat dit fenomeen nu, waarbij de rechter de partijen op een pro-actieve(re) wijze naar een eventuele oplossing begeleidt.
Deze mogelijkheid wordt op dit moment nog slechts geboden door de Amsterdamse kantonrechter, handelsrechter en (de voor mijn zaak relevante) familierechter.
1509_achtergrond_rechtbank1
Nu zich in deze (echtscheidings)zaak al vanaf het eerste begin (op de voorlopige voorzieningen-zitting) tekenen van een “vechtscheiding” openbaarden en de partijen hun standpunten gaandeweg eigenlijk alleen maar verder aanscherpten, leek een door partijen zelf gekozen oplossing ver weg.
Na kennisneming van het procesdossier meende de rechtbank desalniettemin dat de zaak zich voor GOO-afhandeling leende, zodat aan partijen de vraag werd voorgelegd of zij van de geboden mogelijkheid gebruik wilden maken.
Nu dit het geval bleek, werd het traject verder ingeslagen en wat mij betreft zou het experiment een voltreffer blijken als er uitgerekend in déze zaak daadwerkelijk een oplossing zou worden bereikt.
Want er lagen nogal wat onderwerpen op tafel: de zorgregeling, kinder- en partneralimentatie (let wel: partneralimentatie over en weer, ook dat zie je niet elke dag), de waardering van de woning, de gebruiksvergoeding, de juridische duiding van een schuldbekentenis, en niet in de laatste plaats de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, inclusief vergoedingsrechten en de kosten van de huishouding.

Bovendien was bekend dat één van de partijen op in ieder geval één onderdeel uit principiëel oogpunt niet zou bewegen, ook al zou er juridisch wellicht anders naar kunnen worden gekeken. Het leek dus meer op een mission impossible.

De rechtbank had laten weten vier uur voor de behandeling te zullen uittrekken. Dat lijkt lang, maar in die tijd dienden dan ook nogal wat hobbels te worden genomen.
Bij binnenkomst om 9.00 uur (vanuit Hellevoetsluis komend had ik dus ruim twee uur de tijd om in de auto alvast over een juiste “toonzetting” na te denken) bleek dezelfde rechter zitting te houden als die een jaar ervoor ook de voorlopige voorzieningen had behandeld.
Geen van partijen had, meen ik, slechte ervaringen met de persoon van deze rechter en dat hélpt; naar ik begrijp hebben GOO-rechters overigens een aparte op dit project toegesneden opleiding gekregen en ook dát is winst.
De rechter had vooraf een karafje water voor de partijen laten neerzetten met daarbij als motiverende opmerking dat dat “normaal gesproken niet gebeurt” vanwege het risico van het over en weer “gooien van water”. Maar voor partijen in een GOO-traject werd dus een uitzondering gemaakt. Zo voel je je als partij gelijk een stuk verantwoordelijker voor een goed verloop, zal de achterliggende gedachte zijn. Wat mij betreft was het bovendien pure noodzaak, gezien de lange duur van het gebeuren, in dit specifieke geval uiteindelijk zelfs zo’n vijf uur.

Zoals de mediation functionaris eerder telefonisch al had toegelicht, zou de zitting in delen worden opgesplitst, aanvangend met een uitleg door de rechter hoe de zitting zou verlopen.
Daarna zouden de advocaten gelegenheid krijgen om de wederzijdse standpunten juridisch toe te lichten.
Onderwijl zou de rechter vragen kunnen stellen aan zowel de advocaten als hun cliënten. Tot zo ver lijkt alles nog op een reguliere zitting, met dit verschil dat de rechter in deze eerste fase partijen al kort bevraagt over wat “voor hen belangrijk is”.
Rust, snelle afwikkeling, het gevoel recht te worden gedaan, een eerlijke verdeling bewerkstelligen zijn dan wat genoemde punten.
Na een korte schorsing wisselen advocaten en hun cliënten van plaats, waarmee de zitting in een meer emotionele fase belandt en de zaak meer “de diepte in” gaat.
De rechter spreekt de partijen dan zelf meer en rechtstreeks aan en vraagt wat “belangrijk” voor hen is en welke uitkomst zij uiteindelijk van de zitting verwachten.
Op een flipboard heeft de griffier alvast wat eerste “belangen” van eenieder genoteerd en die worden door de rechter min of meer langsgelopen, met zo nu en dan een uitstapje naar het juridische kader (met mogelijk een voorzichtig voorlopig oordeel over spelende onderwerpen).

De rechter benoemt eventuele andere onderliggende belangen, zoals bijvoorbeeld de wens van de één om een (liefst gemeend) “sorry” van de ander te horen, waar dat eventueel op zijn plaats zou zijn.
In het onderhavige geval liet de ene partij weten zo’n sorry van de ander wel te willen horen, maar dat dat beslist niet genoeg zou zijn en dat het het ingenomen standpunt geenszins deed veranderen.
Niettemin leek het aan de orde stellen van een dergelijke verontschuldiging toch van positieve invloed te zijn op het vervolg van de zitting.
Om verder te verdiepen vraagt de rechter beide partijen wat het voor hen zou betekenen als zij al hun vorderingen zou af- dan wel toewijzen.
Zou bij toewijzing een volledig bevredigend gevoel overheersen of toch niet helemaal. Zou de eventuele wens om het contact enigszins hersteld te krijgen (al was het maar in het belang van de kinderen) hierdoor in gevaar komen, doordat de ander volledig het ongelijk zou krijgen?
En hoe zouden partijen het ervaren als al hun vorderingen volledig zouden worden afgewezen?
Dat de zitting ontspannen verliep getuige het antwoord van mijn cliënt op deze vraag: “Dan zou ik mij oprecht zorgen maken over het beoordelingsvermogen van de rechter” én vooral de manier waarop iedereen (waaronder de rechter zelf) dit als grapje zag en niet als beledigend.

Belangrijk in de context van een GOO-behandeling is dat partijen in het vervolg van de zitting “vrijelijk” en “vertrouwelijk” kunnen onderhandelen, zowel op de gang als in aanwezigheid van de rechter.
De procespositie van partijen wordt er dus niet negatief door beïnvloed.
Wel maakt de rechter duidelijk dat zij uiteindelijk een knoop zal doorhakken indien partijen niet tot een vergelijk kunnen komen.
Dit is dus wezenlijk anders dan bij de gebruikelijke mediation (hoewel het RTL-programma Divorce Hotel indertijd anders deed vermoeden).

Dat bij GOO ruimschoots de tijd wordt genomen, zodat partijen hun verhaal kwijt kunnen is, denk ik, doorslaggevend voor de slaagkans. Partijen voelen zich echt gehoord en dat doet wat met ze. Het leidt ook tot (zelf)reflectie en inzicht in de gevoelens van de ander.
De GOO- aanpak heeft in deze zaak, zij het eerst na zo’n 5 uur, geleid tot volledige overeenstemming. En zélfs bleek men dus bereid van de eerdere onwrikbare principes af te stappen.
Mijn eerste indrukken na afloop (gezien ook de opgeluchte gezichten) waren zeer positief en ik had – eerlijk gezegd – vooraf niet verwacht dat er een oplossing in overleg zou kunnen worden bereikt.
Naar ik begrijp zijn er nog maar weinig (zo’n 15) zaken op deze wijze behandeld.
Graag heb ik hier mijn positieve ervaring met dit experiment willen beschrijven.
Laten we hopen dat de pilot navolging krijgt in de andere arrondissementen. Overigens kan dit wellicht enigszins worden gestimuleerd indien partijen en hun advocaten er zelf om gaan vragen. Want het is niet alleen de rechtbank die nagaat of er zaken op de rol staan die zich voor GOO lenen, ook partijen zelf mogen de rechtbank daartoe een verzoek doen.